De Amsterdamse Poort in Haarlem is sinds zondag geen witte ’koelkast’ meer, maar bedekt met levendige, kleurige schilderingen. Het is het cadeau van kunstenaar Michael Rieu aan de stad.
Met man en macht werd op Paasmorgen het eerste doek van twaalf bij twaalf meter omhoog gehesen. Rieu stond erbij met een megafoon om aanwijzingen te geven aan de sjouwers, een groep vrienden en bekenden.
(Tekst gaat door onder de foto)
Michael Rieu geeft via een megafoon instructies aan de hijsers achter het witte folie.
Mooier dan dit kan niet, vindt de geboren Haarlemmer, die al 48 jaar een atelier heeft in de Amsterdamse Poort. Op zijn zeventiende, hij was net aan de Rietveld Academie begonnen, kreeg hij de smeedijzeren sleutel van de middeleeuwse stadspoort. Hier mocht hij zijn nieuwe atelier inrichten, want zijn werkplek in de Kamp werd gesloopt voor een parkeergarage. ,,Het was in het begin een hok. Er was helemaal niks. Geen genoegen hoor. ’s Winters in bed met ijspegels aan je neus.’’
Achtenveertig jaar later bedekt hij het gebouw met zijn kunst. Het oorspronkelijke idee was om het witte doek, waarmee de Poort sinds een maand is ingepakt, te beschilderen. Maar er is geen verf die pakt op dat krimpfolie, dat de poort beschermt tijdens restauratiewerkzaamheden. Beschilderde doeken ophangen, dat zou vast wel lukken.
Met man en macht werd zondagmorgen het eerste doek van twaalf bij twaalf meter omhoog gehesen.
„Toen ik de gemeente belde, zei degene die ik aan de telefoon kreeg: ’De Amsterdamse Poort beschilderen? Dat wil iedereen wel’ ’’, vertelt hij. Maar kort daarop was het toch rond.
Voor Rieu, die het grootste deel van het jaar in Noorwegen woont waar hij beelden maakt, is Haarlem nog steeds ’alles’. „Ik ben er geboren, opgegroeid, ik heb nog clochards in bakfietsen zien slapen en koeien door de Spaarnwouderstraat zien lopen. Haarlem zit vast in me, het is mijn roots.” Hij woont niet meer in de Poort en zijn Nederlandse werkplaats is tegenwoordig in Zwanenburg. ,,In de Poort werken vaak buitenlandse kunstenaars die ik heb leren kennen. Ik ben een soort ambassadeur geworden. Ze genieten er echt van, het wordt heel goed gebruikt.’’ Van ijspegels is trouwens al lang geen sprake meer.
De reusachtige doeken waren een nieuwe uitdaging voor Rieu. „Het is voor het eerst dat ik horizontaal werk. Ik had handdoeken om mijn knieën gebonden en daarmee schoof ik over de doeken.’’